De uitvoering van de opdracht.
In augustus 1567 komt hertog Alva met zijn troepen toe te Brussel met als opdracht een einde te maken aan de “godsdiensttroebelen”. Met alle mogelijke middelen, niets of niemand ontziend, wil hij dit doel bereiken. Geen wonder dat hij zoveel vijanden telt.
Reeds op 20 september 1567 richt Alva de raad van beroerten op; in de volksmond “Bloedraad” genaamd, met als doel de verantwoordelijken van de opstand van 1566 alsook overtreders van de religieuze ordonnanties te berechten.
In satirische pamfletten wordt de gehate bloedraad door de protestanten gehekeld. Hier zien we Alva, gezeten op een troon terwijl kardinaal Granvelle hem inblaast wat hij moet zeggen. Beiden worden door de duivel gekroond. Bovenaan zien we de wreedheden begaan in naam van de gerechtigheid. De geknielde en geketende figuren symboliseren de 17 provinciën; naast de troon staan de verstomde leden van de Staten-Generaal.
Dit satirisch beeld van Alva, heerser over de Nederlanden, toont hoe de gerechtigheid de mond gesnoerd wordt en de weegschaal, symbool van de gerechtigheid, gebroken is.
De Dominicanen liggen aan de grondslag van de inquisitie die als hoofddoel heeft de eenheid tussen de Rooms Katholieke kerk en de staat te bewaren. Hier worden veroordeelden naar de brandstapel gebracht. In Spanje wordt zo’n openbare terechtstelling een “auto da fe” genoemd; waar veel volk op afkomt.
Ook Pieter Breugel verwerkt deze taferelen in zijn schilderijen. We zien hoe veroordeelden met de kar naar de galgenplaats gebracht worden terwijl ze nog een laatste bijstand krijgen van monniken.
In een andere spotprent van Breugel ” De Keisnijding” wordt waarschijnlijk Inquisiteur Pieter Titelmans gehekeld. Door een schedelboring krijgt “de boze geest of waangedachte” de gelegenheid om uit het hoofd van de zieke te ontsnappen.
Ook in tal van zinneprenten wordt de inquisitie gehekeld waarvan hier twee voorbeelden. De Roomsen, aan de rechterkant, hebben hun mast met de inquisitie en de plakkaten geplant. De geuzen, links, doen eendrachtig pogingen om die mast neer te halen.
Zo ziet Pieter Breugel de Gerechtigheid
Alle mogelijke folteringtechnieken worden in de 16e eeuw gebruikt om ‘de waarheid’ te achterhalen. Die martelingen zijn geen straffen, maar middelen om de ondervraagde te laten bekennen.
De baljuw, rechts, draagt het symbool van zijn waardigheid als rechtsdienaar.
Vrouwe Justitia, geblinddoekt om rechtvaardig te kunnen oordelen is ook blind voor de martelpraktijken.