In de 16e eeuw gaat de lakenindustrie naar het platteland.
In de 16e eeuw wordt de lakenindustrie meer verwezen naar het platteland, dat minder aan strenge regels is onderworpen dan de stad. Men maakt er baai en saai en dit in verschillende stappen. De schapen worden in de lente geschoren. Meestal gebruikt men Engelse en Spaanse wol. De hoeveelheid inlandse wol is te verwaarlozen.
De wol wordt gewassen en van vuil ontdaan. Na het wassen wordt ze te bleken gelegd op de Blekerij.
De vrouwen moeten met de hand de wol pluizen, wat zoveel betekent als de wol losmaken.
Daarna gaat men kaarden of kammen. Voor het fijne laken gebruikt men de kaardebollen van de distelplant en zijn ijzeren werktuigen verboden.
Het spinnen gebeurt meestal door ouderlingen en vrouwen.
Het weven gebeurt met brede of smalle getouwen en is onderworpen aan tal van reglementen teneinde een eenvormig product te bekomen.
Het laken dient opgemaakt. Het noppen, of verwijderen van knopen gemaakt door het aaneenzetten van de draden, is een secuur werk.
Dan komt het werk van de volder. Met het vullen of vollen van het laken bedoelt men in de eerste plaats ontvetten. Daartoe gebruikt men volaarde, dit is klytte vermengd met pis of “zeekâ€. Eerst wordt het laken met de voeten getrappeld, later mechanisch. Het resultaat is echter onvoldoende. Te Nieuwkerke kent men een Zeekstraete en te Dranouter een Voldersstraat, gelukkig veraf van de dorpskom.
Het verven is een delicate bewerking. De verver heeft de keuze tussen de koude of warme verfmethode. De kleurstof bekomt men vooral door het bewerken van planten en houtsoorten.
Hoe bekomt men de hoofdkleuren? Voor rood: de meekrap of Rubia tinctoria. De verfstof komt vrij na bewerking van de wortel. Voor blauw: de wede of Isatis tinctoria. In de streek van Lens en Rijsel, maar ook in Vlaanderen wordt ze massaal gekweekt. In Nieuwkerke heeft men een toponiem: het blauwblommeland. Voor geel: wouw of Reseda luteola: vandaar de luteoline. Als verfplant wordt hij veelvuldig gekweekt in de textielstreken.\r\nVoor bruin: Notenbomen leveren meestal de bruine kleur
Het verkoopsklaar maken begint met het opruwen van het laken: Om het laken beter te kunnen scheren wordt de oppervlakte geborsteld of ruw gemaakt.
Het scheren is eveneens een secuur werkje.
Na het borstelen kan men een tweede maal noppen.