De vroege Reformatie


De overtuiging om de kerk te hervormen.

Onder de Europese bevolking leeft in de vroege 16e eeuw de overtuiging om de kerk van binnenuit te hervormen of reformeren. Daar de kerk deze ideeën afstoot komen enkele figuren op de voorgrond om deze reformatie vorm te geven. Vooraanstaande personen in deze gedachtegang zijn Maarten Luther uit Duitsland, Zwingli uit Zwitserland en Johannes Calvijn uit Frankrijk. Deze ‘opposanten’ van de katholieke Kerk worden algauw ‘protestanten’ genoemd. Onder deze noemer vinden we evenwel verschillende religieuze groeperingen zoals de wederdopers; ook wel anabaptisten genaamd, de lutheranen en de calvinisten. Dankzij de boekdrukkunst worden de opvattingen van deze figuren wijd en zijd verspreid en algauw is het lezen en het bezit van hun geschriften verboden. Deze verordeningen kunnen evenwel niet beletten dat ook in Vlaanderen en het Westkwartier deze ideeën aanslaan.

Het valt trouwens op dat de textielcentra heel gevoelig zijn voor deze nieuwe religie.

In de beginjaren van de reformatie vinden we in het Westkwartier zowel lutheranen als wederdopers. Enkele decennia later tref je er geen lutheranen meer aan en hebben de calvinsten de bovenhand in de aanwezigheid. De wederdopers tref je er nog slechts sporadisch aan.

In de geschiedenis van de ‘anabaptisten’ of ‘wederdopers’ zijn drie perioden te onderscheiden. De eerste, revolutionaire periode van 1521 tot 1525, wil een algemene omwenteling in kerk en staat bewerken. Ze vindt haar einde in de boerenoorlog ( 1524 – 1526 ) in het Duitse rijk. De tweede periode van 1525 tot 1535 kent haar start in Zürich. De gelovigen beginnen volwassenen te herdopen en verklaren de kinderdoop ongeldig: het geloof moet het doopsel voorafgaan. De geslepen en verwaande Jan van Leiden laat zich uitroepen tot ‘Koning van het rijk van Sion’ te Munster. Na het beleg van Munster wordt het rijk opgedoekt.

De derde periode is er een van stille vroomheid en bittere vervolging.

Reeds in 1565 verschijnt een boekje van de hand van Guy de Bres over zijn leerstellingen dat in 1570 vertaald wordt door de Nieuwkerkenaar J. De Raedt.

Een eerste poging tot vernieuwing binnen de katholieke kerk.

De Roomse kerk poogt het tij te keren en tegen de reformatie in te gaan door enkele maatregelen te verordenen die na het concilie van Trente ( 1545 – 1563) van kracht worden.

Petrus Canisius is één van de grote vernieuwers. Voor onze streek is het vooral van belang dat de grote bisdommen onderverdeeld worden in kleinere gedeelten. Het grote bisdom Terwaan wordt opgeheven en opgesplitst in drie bisdommen: Boulogne, Saint-Omer en Ieper. De bisschoppelijke zetel te Ieper komt er naast de Sint-Maartenskerk en de eerste bisschop wordt Martinus Rythovius.

Herbronning door Bijbelse Lectuur

Aan de hand van de bijbel wil men het geloof nieuwe impulsen geven en hierbij is de boekdrukkunst van primordiaal belang. Allerhande uitvoeringen rollen van de persen. Drukker Christoffel Plantijn maakt er te Antwerpen fortuin mee; als gewiekst zakenman drukt hij zowel voor de officiële kerk als voor de protestanten die hun lectuur stiekem raadplegen.

Het gezegde “Zich er met een Jantje van Leiden van afmaken”, wat zoveel betekent als “met een flauwe uitvlucht ergens onderuit komen of iets erg snel afmaken, is afkomstig van de Jan van Leiden, eigenlijk Jan Beukelszoon. Hij is geboren te Leiden in 1509 en gestorven te in Munster 1536; staat bekend als mooiprater en is aanvankelijk ambachtsman en later herbergier.

In 1533 sluit hij zich aan bij de wederdopers en trekt naar Münster, waar het “Nieuwe Jerusalem” wordt gevestigd. Na de dood van Jan Matthijszoon; tijdens het beleg van Münster, laat hij zich tot koning van Sion uitroepen en voert een gemeenschap van goederen en vrouwen in. Zelf heeft hij 17 vrouwen. In 1535 weten de ‘bisschoppelijken’ de stad te veroveren en richten er een bloedbad aan en Jan van Leiden wordt er op gruwelijke wijze vermoord.